Kapitein Marryat heeft zich, als zeeofficier en als schrijver, eenuitstekenden naam weten te verwerven. Hij werd den 10en Juli1792 te Westminster geboren. Van zijn kinderjaren valt weinig mede tedeelen; met sterke hartstochten en een vroegtijdig ontwikkelden geestwas hij een moeielijk te regeeren knaap. Hij liep weg van elke school,waarop men hem plaatste, en het Dorado van zijne verbeelding wassteeds—de zee! Eindelijk werd zijn verlangen om in den zeedienstte komen te sterk om voor eenige overreding te wijken, en deed zijnvader de noodige stappen daartoe. Op den 3en September 1806maakte hij zijne eerste reis naar de Middellandsche zee op ZijnerBritsche Majesteits schip Impérieuse, commandant lordCochrane.
Deze kruistocht van de Impérieuse heeft in de geschiedenisveel éclat gemaakt. Gedurende de drie jaren, die Marryat op datschip diende, was hij getuige van meer dan vijftig gevechten, waaraanhij zooveel deelnam als men een knaap van zijne jaren kon toestaan. Inden eersten winter van zijnen diensttijd nam en vernielde lord Cochranedrie Fransche oorlogsschepen en twaalf koopvaarders: ook vernielde hijhet fort Roquette, bij den ingang van Arcassan.
Op den 21en Februari 1808 nam Marryat deel aan eengevecht in de baai van Almeria; op den 30en Juli vandatzelfde jaar werd het kasteel van Mongat aan de Impérieuseovergegeven; op den 13en November liet men een fort bijBarcelona in de lucht springen en werd een Fransch schip genomen. Bijal deze ondernemingen was hij tegenwoordig; [VI]ook nam hij deel aan deverdediging van het kasteel van Rosas.
Bij deze verschillende ontmoetingen kreeg Marryat drie wonden,waarvan eene in zijne maag; een gedeelte van zijn hemd met de bajonetmede in het lijf gedrongen, deed dienst voor prop en stelpte het bloed,zoodat hij in de opgewondenheid van het gevecht geene pijn gevoelde.Eerst toen hij zich ontkleed had en het wegnemen van het linnen hetbloed weder had doen vloeien, bespeurde hij gewond te zijn. In lordCochrane’s rapport dd. 8 December 1808 werd hij loffelijk vermelden in Mei 1809 ontving hij een getuigschrift van denzelfdenhoofdofficier voor betoonden moed bij