E-text prepared by the Online Distributed Proofreading Team
()
De tekst in dit bestand wordt weergegeven in de originele, verouderde spelling. Er is geen poging gedaan de tekst te moderniseren.
Afgebroken woorden aan het einde van de regel zijn stilzwijgend hersteld.
Voetnoten zijn hernummerd en verplaatst naar het eind van het hoofdstuk.
Overduidelijke druk- en spelfouten in het origineel zijn gecorrigeerd; deze zijn voorzien van een dunne rode stippellijn, waarbij de Brontekst via een zwevende pop-up beschikbaar is.
Variaties in spelling zijn behouden.
Een overzicht van de aangebrachte correcties is te vinden aan het eind van dit bestand.
TEN GEBRUIKE BIJ DE STUDIE VOOR DE HULP-
EN HOOFDACTE EN OP INRICHTINGEN VOOR M.O.
DOOR
T. PLUIM,
Hoofd eener School te Baarn.
VIERDE, HERZIENE DRUK.
J. Muusses.—Purmerend.—1912.
BIJ DEN EERSTEN DRUK.
Er is geen betere „stijloefening” dan het bestudeeren van synoniemen; hierdoor toch raakt men intiemer bekend met den rijkdom van vormen, waarover onze taal beschikt, om allerlei schakeeringen van eenzelfde hoofdbegrip uit te drukken. Het is dus wel te verklaren, dat het behandelen van zinverwante woorden een veel voorkomende en hoogst practische examen-opgave vormt. Toch mag het zeker verwondering baren, dat het Nederlandsch slechts weinig werken over dit belangrijk onderdeel der levende taal bezit. Na het thans verouderde „Woordenboek” van Weiland en Landré (1821, 3 dln.) is slechts één werk verschenen, aan de studie der synoniemen gewijd. Dit gunstig bekende „Handboek van Ned. Synoniemen”, door J. V. Hendriks (D. Mijs, ƒ 2.50), dat verre boven onzen lof verheven is, kan echter als eerste studieboek bezwaarlijk gebruikt worden: het geeft uit den aard der zaak te veel stof bij te weinig oefeningen. Het kwam mij daarom niet ondienstig voor, uit den rijken voorraad onzer synoniemen een keuze te doen, om zoo noodig een grondiger en uitvoeriger behandeling van dit onderwerp voor te bereiden.
Ik heb bij het schrijven van dit werkje een geleidelijke opklimming in het oog gehouden en zeer veel plaats aan oefeningen ter toepassing ingeruimd. Hierdoor vlei ik mij, dat dit boekje gebruikt kan worden op onze Normaal- en Hoogere Burgerscholen, op onze Gymnasia en misschien ook bij de studie voor de hoofdacte.
Welwillende opmerkingen, die de bruikbaarheid kunnen verhoogen, zullen mij steeds