ALEWIJN, DE LIJFEIGENE.
N.V. „DE NIEUWE TIJD”,AMSTERDAM.
Van alle kanten werd het kasteel bestookt.
[5]
Toen Redbold gelukkig en wel van den kruistochtbij vrouw en kind was teruggekeerd, kocht hij zich voor hetovergespaarde geld een lapje grond, niet ver van de abdij gelegen.’t Was een vruchtbaar plekje en leverde meer op dan noodig was omvan te leven.
Geruimen tijd gingen de zaken dan ook heel goed. Doorzuinigheid en ijver wisten de eenvoudige menschen hun bezittingenlangzaam maar zeker te vermeerderen.
Had het zoo maar mogen blijven! Helaas, hoe krachtig enijverig Redbold ook was, hoe trouw hij door zijn goede Marijke en doorzijn jongen in den zwaren veldarbeid werd bijgestaan, toch was de manniet in staat, de zijnen bij voortduring gelukkig te [6]maken.Redbold bezat een treurige eigenschap, een eigenschap, die jammer enellende zou brengen in de hut, waar zooveel kalme vreugde konheerschen.
...