Tot dit gedicht van Shelley is de lezing van Aeschylus' "PrometheusGeboeid", waarvan het vervolg: "Prometheus Ontboeid" verloren is, deaanleiding geweest. Talrijke regels en brokstukken in het engelschedrama herinneren aan het grieksche, wat men reeds voldoende kan zien, alkent men, zoo als ik, hiervan alleen de vertaling van ElisabethBrowning. Wat meer is: de grootsche figuur van Prometheus is bijAeschylus geen andere dan bij Shelley. Aeschylus zag in zijn daad ookhet nuttelooze, hij liet het koor hem toeroepen: "O vriend, schouw enzie! wat is al de schoonheid van het menschdom?—kan het schoon zijn?Wat is al zijn sterkte?—is het sterk? En wat voor hoop kunnen zijdragen, deze stervende levenden; die éen dag leven? En ziet gij niet,mijn vriend, hoe zwak en traag, en als een droom, dit arme blindemenschdom gaat, afgedreven van zijn doel? En hoe geen menschetwistenkunnen verwarren de harmonie van Zeus?"—maar toch rijst uit dit drama,dat door dit besef van het wanhopige van Prometheus' streven wezenlijkeen drama is, bewonderenswaardig reusachtig de gestalte van hem, die demenschen zoo liefhad, dat hij om hen den toorn van Zeus trotseerde.
Prometheus is de grieksche Heiland. Door zijn hulp werd Jupiter (Zeus)de opperste der Goden, op voorwaarde dat hij den mensch zou ontzien.Jupiter brak zijn belofte en Prometheus alleen weerhield den tyran, hetmenschdom te vernietigen. Hij eindelijk stal uit den hemel het vuur, dathet in staat stelde een gelukkiger leven te leiden. Alles wat het tottroost en hulp kon krijgen, ontving het van Prometheus, die tot strafaan den Kaukasus geketend en gemarteld werd. Maar hij wist een geheim:op welke wijze Jupiter eenmaal zou vallen en hij bevrijd worden. Jupitertrachtte hem dit geheim te ontrukken. In het tweede gedicht vanAeschylus moet het onderwerp geweest zijn, hoe hij erin slaagde zijn valte voorkomen tegen den prijs van een verzoening met Prometheus en diensbevrijding. Shelley heeft deze oplossing, die hem weinig verhevenvoorkwam en in strijd met Prometheus' karakter in Aeschylus' eerstedrama, versmaad en voorgesteld, alsof Prometheus nu nog lijdt en lijdenzal tot Jupiters ondergang, waarna hij het menschdom verlossen zal uitalle ellende.
Shelley heeft het moderne verlangen naar een vrije, liefdevollemenschenwereld uitgestort in dit beeld: Prometheus: de onbedwingbare"Moed," "Wijsheid" en "duldende Liefde," lang geboeid door Jupiter: denwereldregeerder, éen naam voor duizend Goden, waarvoor de menschen ooitknielden, tot Demomorgon: de Eeuwigheid, dezen neerstort en Hercules: deKracht, Prometheus bevrijdt, die zich dan hereenigt met Asia: de"schaduw van onaanschouwde Schoonheid," waarna de wereld en degemeenschap der menschen gelijk worden aan een paradijs.
De schoonheid van deze schepping ligt in de titanische kracht ervan, diesamengaat met de wonderbare fijnheid en innigheid die Shelley altijdkenmerken; in de macht van verbeelding en de grootschheid van gedachte;in de zuiverheid van geluid en den zeldzamen, misschien nooitgeëvenaarden rijkdom van zang. Er is een stijging in, die eindelijkgejubel wordt; het is na de verschrikkingen in den aanvang, deopenbarsting van een verrukkelijke lente: men voelt er de heerlijkheidin van het italiaansche voorja